BRC vs IFS vs …

“Once certified, accepted everywhere”, het idee is en blijft nobel, maar in praktijk blijft dit jammer genoeg dode letter. 

Even ter achtergrond: ooit was er een tijd – de prehistorie in het food safety certificatie tijdperk betekent ruwweg de tijd vóór het jaar 2000 – waarin elke retail organisatie z’n eigen standaard had om leveranciers tegen te auditeren. Lees: elkeen kwam op de proppen met telkens weer andere eisen, geauditeerd door een legertje auditoren, al of niet uit de eigen rangen, met elk hun eigen auditprotocol. En toen was daar het initiatief van de Britse retail organisatie, de BRC (British Retail Consortium) die de handen in elkaar sloeg om 1 standaard te ontwikkelen, als basis ter aanvaarding van leveranciers gebruikt door de Britse retailers. Driewerf hoera! Maar… de Europese geschiedenis indachtig, bleek ook hier weer een initiatief vanwege de Britten een brug te ver voor de Duitsers en Fransen. Gevolg: zij richtten hun eigen systeem op: de IFS (International Food Standard). Beide systemen begonnen mekaar te bekampen, keken over de haag naar elkaars standaarden, en groeiden soms merkwaardig genoeg naar elkaar toe qua vereisten. Maar… het bleef wel een feit dat Britse retailers bleven een BRC certificaat van leveranciers vereisen, waarop Franse en Duitse retailers bleven zweren bij een IFS certificaat. Zucht… Ondertussen was er ook de Nederlandse HACCP standaard en begonnen hier en daar nog andere initiatieven te leven. Een halt daaraan bleek te komen vanwege het opgerichte GFSI (Global Food Safety Initiative), die de leuze waarmee ik mijn blog startte, lanceerde. Eureka! 
Het GFSI legde een eisenpakket vast waaraan een “goede” standaard moet voldoen, en dit resulteerde in een gereduceerde lijst van “GFSI-erkende standaarden. Maar dus toch bleven dit nog altijd meerdere standaarden, en bleven producenten zitten met meerdere audits en dus onnodige auditkosten.

Wat zien we vandaag? BRC heeft zopas z’n 6e versie gepubliceerd, en IFS haast zich nu ook om hetzelfde te doen. Het is nog te vroeg om al definitieve uitspraken te doen over IFS (want zij publiceren pas in de loop van deze maand, ten laatste in februari 2012), maar het ziet er zeker niet naar uit dat zij naar mekaar toe groeien. In tegendeel zelfs. En wie de hoop koestert dat zij ooit de handen in mekaar slaan om de ultieme standaard te schrijven, is er ook al aan voor de moeite, vrees ik. Hoe jammer eigenlijk. Ondertussen is de FSSC 22000 standaard GFSI approved, toch wel een degelijke standaard, maar krijgt niet echt steun vanwege de retail. Opnieuw een standaard bij op het lijstje. Je zal als producent dus maar zitten met klant A die BRC eist, klant B IFS, klant C FSSC 22000, en met wat tegenslag ben je als bedrijf van degelijke omvang die een Autocontrole audit in België rechtvaardigt (uit financieel oogpunt). Conclusie: deze 4 opgesomde standaarden eisen in wezen allemaal hetzelfde: food safety moet geborgd zijn, maar dit betekent wel 4 aparte certificaten, véél audittijd, en hoge auditkosten. 

Is het dat wat de consument wil? Is het op deze manier dat overheden voedselveiligheid willen garanderen? Er zijn ondertussen te veel commerciële belangen ingeslopen bij het certifiëren, waardoor het creëren van 1 unieke, alom aanvaarde standaard nog niet voor morgen is. Maar toch is dat de weg die moet ingeslagen worden, wil men voedselveiligheid in het belang van de consument aanzien, en niet als commerciële tool of als wat dan ook.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *