De media en de voedingsketen: begrijpen zij elkaar écht?

De stroom negatieve berichten in de pers de jongste tijd over hoe slecht ons voedsel er wel aan toe is lijkt groter dan ooit. Zo was er op 1 mei het artikel in De Morgen onder de titel “Voedselverpakkingen zitten boordevol gevaarlijke chemische stoffen”, en de dag ervoor, in diezelfde krant “Wat je nog niet wist over kant-en-klaarmaaltijden”. Er was natuurlijk ook het bericht over een in de maak zijnde paardenvleesschandaal  in De Standaard op 25 april (“Belg hoofdverdachte in illegale handel paardenvlees”), en ga zo maar door.

En opnieuw blijft de -vaak onwetende- consument achter met een gevoel van bij de neus genomen te zijn. Even wat duiding lijkt me toch op z’n plaats.

Paarden en appelen

Laat me beginnen bij het laatste artikel, over het paardenvlees. Het is objectief geschreven, en beperkt zich tot feiten. Ik mag wel hopen dat deze gecheckt zijn in de praktijk. Jammer dat dit natuurlijk koren op de molen is van alle anti-food industry lieden. Ook ik krijg nadien de vragen van familie en vrienden over “hoe erg het nu eigenlijk écht gesteld is met ons eten”. Tja, zo lang er ergens geld mee te verdienen valt, zullen er rotte appelen zijn die proberen te frauderen. Dergelijke individuen kunnen voor mijn part niet hard genoeg aangepakt worden. Da’s 1 punt. Het andere is dat ik in zo’n gevallen te weinig positieve communicatie zie vanuit de overheid, vanuit de federatie, om dit negatief beeld te herstellen. Ik heb bitter weinig gehoord van het FAVV noch Fevia de laatste weken.

De feiten, graag!

De artikelen uit de De Morgen zijn een ander paar mouwen. Uiterst subjectief, en heel kort door de bocht. Ene Joanna Blythman heeft een boek geschreven, en wordt opgevoerd als een “voedingsspecialiste”. Ahum. Zo wordt er getwijfeld aan het feit waarom er geen rauwe ingrediënten meer in de industrie gebruikt worden. Voedselveiligheid, iemand? Het nut van MAP verpakking (Modified Atmosphere Packaging) wordt hier afgeschilderd als des duivels, terwijl ik altijd geleerd heb dat dit een remmer voor gevaarlijke bacteriën zoals Listeria is. En, jawel hoor, alles wordt op een hoopje gegooid als het op verpakkingsmaterialen aankomt. Alles zit, dixit de schrijfster, “vol” met giftige brol. Je gaat mij niet horen zeggen dat over verpakking alles gekend is, en dat het 0% risicovol is, maar beweren dat het hele verhaal niet wettelijk geregeld is, is er toch vér over.

Transparantie van iedereen gevraagd

En zo pleit ik opnieuw voor een grotere transparantie richting consument, én een veel duidelijkere voorlichting. De consument mag best wel weten hoe zijn lasagne op zijn bord terecht komt. Alle negatieve berichtgevingen zijn een kaakslag voor zij die het goed menen, voor de bedrijven die inspanningen doen (en massa’s investeren!) om tot een veilig en lekker product te komen. Ik ken producenten van bereide maaltijden die ettelijke tienduizenden euros besteden aan ontwikkeling van nieuwe producten. Maar ja, laat ons toch –opnieuw- niet vergeten wie de smaak dicteert op de markt: de producent, of de retailer? Stof tot nadenken.

Hoor je graag eens mijn ongezouten mening over onze voedselketen, en alles wat daarachter steekt, tijdens een boeiende lezing in jouw bedrijf, op jouw event, voor jouw vereniging? Geef me dan zeker een seintje!

Alexander Platteeuw

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *